Maandelijks archief: november 2014

De experience economy: waardevol voor communicatieprofessionals

Een rivier van chocolade waar je met een boot doorheen kan varen. Een kamer waar eekhoorns de noten bewerken die voor het snoep worden gebruikt. Een ruimte gevuld met koolzuur waardoor je begint te zweven en daar kom je met een lift die niet alleen verticaal maar ook horizontaal beweegt!  Een magische chocoladefabriek? Ja, zeker en daar kom je niet zomaar. Nee, je moet eerst zoveel mogelijk chocolade kopen in de hoop dat er een ticket bij zit. Het lijkt erop alsof schrijver Roald Dahl in 1964 al het perfecte businessplan op papier zette met zijn boek ‘Charlie and the Chocolate Factory’.

Het oude en zeer gewaardeerde kinderboek past perfect in de experience economy. Deze economie kwam op tijdens het filosofische tijdperk van de dematerialisering en hyperreality. Een trend die we vandaag de dag nog steeds zien terugkomen en misschien wel steeds belangrijker wordt! In dit essay omschrijf ik wat de opkomst van de experience economy betekent en dan met name voor de communicatieprofessional.

Pine and Gilmore en The experience economy         

Hoewel het bovenstaande wellicht lastig te realiseren is, zit er een gouden visie achter waar veel marketeers een voorbeeld aan kunnen nemen. De markt van nu draait namelijk om customer experience![1] Er is namelijk een nieuw tijdperk aangebroken: de experience economy. Pine en Gilmore, grondleggers in de wereld van de beleveniseconomie, stellen dat men niet langer zomaar een product of dienst wil. De consument zoekt een beleving. De mate waarin een organisatie dat aanbiedt, bepaalt dus of de consument naar jouw organisatie gaat of naar die van de concurrent. Een organisatie moet tegenwoordig een verhaal hebben, een identificatie, een corporate story.[2]

Experience marketing heeft als doel een merkbeleving te creëren, waardoor consumenten het merk op een emotioneel niveau ervaren. Zo ontstaat een bijzondere relatie met de klant. [3] Een belevenis of experience doet zich voor wanneer consumenten zodanig betrokken raken dat ze een blijvende indruk opdoen.[4]

 

Met het belevenismodel van Pine en Gilmore wordt de beleving in kaart gebracht:

Figuur 1.0

(9)

Het model bestaat uit vier ‘belevingspeilen’. Met het model kan worden aangetoond met welke vorm van beleving een product of dienst het meeste overeen komt. Daarnaast brengt het model in kaart of de activiteiten van de onderneming gericht zijn op onderdompeling of absorptie. Onderdompeling houdt in dat men volledig wordt meegenomen in het verhaal. Absorptie vindt plaatst als de consument een toeschouwer is, die niet echt wordt meegesleept door de belevenis.

Futurist Alvin Toffler zag de verschuiving naar een experience economy al in 1970 aankomen. In zijn boek ‘Future Shock’ voorspelde Toffler dat de markt beheerst zou worden door ‘an experiantial industry’. Deze nieuwe industrie zou ontstaan, omdat mensen steeds vaker bereid zouden zijn om een groot deel van hun salaris aan een onvergetelijke ervaring uit te geven. [5]

Een merk hoeft niet per se magisch te zijn om een experience te bieden. De NS: gehaat door velen en op geen enkele manier spannend. Toch, het kopje koffie dat je wordt aangeboden zodra je een lange vertraging tegemoet gaat, blijft hangen. Customer experience kan dus ook gecreëerd worden door kleine dingen.  Met een kopje koffie, een bon voor een lunch, of een tester van het nieuwste luchtje bij iedere aankoop in de parfumerie, kom je echt al een heel eind! Het kan net dat kleine zetje zijn die de consument naar jouw merk duwt in plaats van naar de concurrent.

250 jaar oud en still going strong

Inspelen op de beleveniscommunicatie kan op verschillende manieren. Zo is er speelgoedwinkel Hamley’s in Londen. De winkel bestaat al 250 jaar, maar blijft meegaan met de trends. De beleving begint al bij binnenkomst waar iemand op een podium mensen op straat aanspreekt. Eenmaal binnen zorgt het personeel dat je de winkel met een glimlach en een nieuwe ervaring verlaat. Ze spelen zelf met het speelgoed, ze demonstreren en dat doen ze samen met de kinderen. Door de hele winkel vliegen bellen, vliegtuigjes en knuffels. Voor het personeel is er zelfs een speciale naam. Zij zijn namelijk Gadget Boys en Gadget Girls. [6] Om een speelgoedwinkel 250 jaar draaiende te houden is een innoverende blik nodig. Een blik die de klant begrijpt en ziet wat hij wil. Hamley’s is een uitstekend voorbeeld van een onderneming met fantasie. Het is één ding om fantasie te hebben en iets totaal anders om het in te zetten om geld te verdienen.

Customer Journey

De consument maakt een reis. Vanaf het eerste moment dat er behoefte ontstaat voor een product of dienst tot het moment dat deze behoefte wordt vervuld, moet de ideale customer experience plaatsvinden. De klant moet precies op de juiste momenten beleving voelen. Om hieraan te kunnen voldoen dient er een kritische analyse gemaakt te worden van de doelgroep.[7] De beleveniseconomie is namelijk volledig maakbaar.

Waarom is de customer experience belangrijk voor communicatieprofessionals?

 ‘’Tell me and I will forget. Show me and I may remember. Involve me, and I wil understand.’’ – Confusius

‘’ If you charge for stuff, then you are in the commodity business. 
If you charge for tangible things, then you are in the goods business.
If you charge for the activities you perform, then you are in the service business.
If you charge for the time customers spend with you, then and only then are you in the experience business.’’ – Pine and Gilmore

De consument moet bij het merk betrokken raken en communicatie speelt in het realiseren daarvan een essentiële rol. Communicatie betekent namelijk niet alleen de letters op folders en posters, maar zit in de benadering van consumenten. Hoe gaan wij de doelgroep zodanig activeren en emotioneel betrokken maken bij dit merk dat zij blijven terugkomen voor meer? Hoe zorgen we ervoor dat zij dit aan hun vrienden gaan vertellen? Hoe zorgen wij ervoor dat we de verwachting van de klant overstijgen en zorgen voor het ‘wow-effect’? Meegaan met de trend en je beseffen dat slechts een product niet meer genoeg is, biedt unieke kansen om je als organisatie te onderscheiden.

De brand experience creëert:

  • waarde en relevantie voor de consument in de communicatie en interactie met het merk
  • een sterkere emotionele associatie met het merk
  • differentiatie [8]

Als je nog geen corporate story hebt, ga brainstormen! Als je wel een corporate story hebt, optimaliseer deze! Zorg dat het door en door in de organisatie gebeiteld zit en zorg dat de klant dat voelt. Neem ze mee in het verhaal achter de onderneming en wees interactief. Geef de consument die chocoladerivier of dat kopje koffie. Geef jouw consument iets om voor terug te komen!

[1] B.Joseph Pine & James H. Gilmore (1999)

[2] B.Joseph Pine & James H. Gilmore (1999)

[3]  Decommunicatiedesk.nl (2014

[4] B.Joseph Pine & James H. Gilmore (1999)

[5] Alvin Toffler (1970)

[6]  Gototalbranding.nl (2014)

[7] B.Joseph Pine & James H. Gilmore (1999)

[8] B.Joseph Pine & James H. Gilmore (1999)

Literatuur 

Alvin Toffler (1970) Future Shock.MacMillan.

B.Joseph Pine & James H. Gilmore (1999). The experience economy. Harvard Business review press.

Dennis Kramer (2014).Experience marketing – Wat is dat?.

http://www.decommunicatiedesk.nl/artikel/-/marketing_artikel/272356/Experience+marketing++Wat+is+dat;jsessionid=06AF7E771F7549794AC6C7F26B222BEA?p_p_auth=BIF6Fdiq

Geraadpleegd op 12-11-2014

 Gototalbranding (2014). Customer experience en beleveniseconomie.

http://gototalbranding.nl/customer-experience-beleveniseconomie/

Geraadpleegd op 12-11-2014

(9) Figuur 1.0 

Dennis Kramer (2014).Experience marketing – Wat is dat?.

http://www.decommunicatiedesk.nl/artikel/-/marketing_artikel/272356/Experience+marketing++Wat+is+dat;jsessionid=06AF7E771F7549794AC6C7F26B222BEA?p_p_auth=BIF6Fdiq

Geraadpleegd op 12-11-2014

Prosumptie

In deze blog bespreek ik de allerlaatste trend van de reeks: prosumptie. Deze trend heeft alles te maken met de steeds groter wordende rol van de consument in het productieproces. Voordat deze trend begon te leven, bepaalde de producent wat er gemaakt werd en hoe dat eruit kwam te zien. Natuurlijk werd er wel rekening gehouden met de behoeften van de klant, maar de consument was nooit zo betrokken bij de productie tot dit tijdperk van mediatsunami’s. Social media maakt het mogelijk om binnen twee minuten in contact te staan met je klant. Je kunt om meningen vragen en suggesties! Je kunt hierop inspelen en je product volledig laten aansluiten op de wens van jouw klant en het grootste voordeel is dat je als bedrijf ontzettend betrokken en sympathiek lijkt. Een goed voorbeeld van deze interactie is de ‘Maak de Smaak’ actie van Lays. Klanten kunnen zelf smaken bedenken en inzenden. Vervolgens wordt er een winnaar gekozen die 1% van de omzet krijgt. Bekijk hieronder de reclame voor ‘Lays: Maak de Smaak’.

https://www.youtube.com/watch?v=jLtsY178G3M

En dan nog een keer Nike, die consumenten de kans geeft om eigen schoenen te designen. Coca-Cola, die jou een cola fles laat maken met je eigen naam erop! Zelfs in restaurants willen we zelf een gerecht kunnen samenstellen. Kijk maar naar het populaire Vappiano’s, een italiaans restaurant waar je helemaal zelf je pasta of pizza kan samenstellen. Alle combinaties zijn mogelijk! De consument is gewoon graag in control.

Futurist en schrijver Alvin Toffler schreef hier in 1980 al over in zijn boek ‘The Third Wave’. Hij omschrijft de steeds kleiner wordende kloof tussen consument en producent door de technologie. Onder prosumptie verstond hij het steeds actiever deelnemen van de consument in het creeeren, verbeteren en veranderen van producten. Hij combineerde de rollen van de consument en producent in één woord: prosumer.

De consument aan het einde van de 21ste eeuw wordt couch potatoe genoemd, een passieve ontvanger van goederen en diensten. Tegenwoordig bemoeien we ons met alles. We vragen ons steeds vaker af waarom het niet beter, sneller en makkelijker is. Vragen we ons dat af, dan is contact binnen handbereik. Iemand die per ongeluk een beschimmelde aankoop doet bij de Albert Heijn, heeft binnen vijf minuten een gevatte en felle omschrijving van het product op de Facebook pagina van de supermarkt gezet. Binnen drie uur is het bericht 200 keer gedeeld en 1500 keer geliked. We pikken het niet meer om te betalen voor iets wat ons ontevreden laat en de uitspraak ‘Gewoon even haten op social media’ hoor ik steeds vaker voorbij komen. Dankzij de media kunnen we onszelf even in het bedrijf gooien, laten horen hoe het beter moet en dan weer afstand nemen. De consument verwacht interactie. Sterker nog, als een bedrijf niet binnen vijf werkdagen reageert op een klacht, breekt op Twitter de pleures uit.

De professional kan er niet meer omheen. Journalisten krijgen niet alleen persberichten en persoonlijke rapportages om hun oren, maar ook enthousiastelingen die de eisen van een goed artikel niet herkennen: ‘Dit is zo een leuke voetbalclub, moet echt een keer in het zonnetje gezet worden!’. Wat doe je daar nou mee? Er kan soms ook een pareltje tussen zitten. Een kijkje in een wereld die ongelofelijk interessant is, maar waar nooit over wordt geschreven. Een hobbyist, een insider, kan een artikel diepte geven. Iedereen is tegenwoordig toch journalist? Als jij nog steeds degene bent die het uiteindelijk op papier mag zetten voor een medium, zou ik zeggen gebruik ze!

Er wordt niet alleen positief gesproken over de intense interactie die het internet mogelijk maakt. Andrew Keen was één van de eerste genoemde critici van het web 2.0. In zijn boek de Cult of the Amateur houdt hij zich dan ook niet in. Op een doorgaans negatieve manier probeert Keen de volgende vragen te beantwoorden:

– Wat gebeurt er als iedereen de mogelijkheid heeft een artiest te worden?

– Hoe kunnen we geld verdienen als iedereen alles bij elkaar steelt?

– Worden we egocentrisch?

-Wat gebeurt er als iedereen (ook kinderen) bij alle informatie (en bijvoorbeeld porno) kan?

– Is gemeenschappelijke democratische kennis wel kennis?

-En hamvraag; veroorzaakt dat niet een enorme vervlakking van onze cultuur? (waarbij je je kunt afvragen welke cultuur dat dan is)

Ik ben het op sommige gebieden met hem eens. We worden dagelijks overspoeld met prikkels via media. Nieuwe informatie wat ons wordt gevoed als kennis. Kennis over wat er aan de andere kant van de wereld gebeurd en kennis over Kim Kardashian haar nieuwste outfit. Het is zo makkelijk om alles te geloven wat je leest. Daarnaast vraag ik me soms af of al die informatie ons angstig, paniekerig en gehaast maakt. Steeds geconfronteerd worden met het succes van anderen, met walgelijke misdaad en entertainment (ookal hebben we er niet om gevraagd) fokt mensen op. Ik MOET dit jaar reizen, ik MOET echt gaan bloggen, ik MOET echt een foto van mijn eten op Instagram zetten. Hoewel ik het goed vind dat men elkaar stimuleert om het meeste uit elkaar te halen, baal ik tijdens een avondje met mijn vriendinnen dat de smartphone bestaat. Een gesprek voeren terwijl jullie allemaal tegelijkertijd het nieuwsoverzicht op Facebook aan het bekijken zijn, is namelijk niet zoals het hoort te gaan. En toch betrappen we onszelf er allemaal op.

Ik denk dat het ontwerpen van je eigen product steeds vaker zal voorkomen en dan wel in de vorm van een marketingstunt. Ik kan me bijna niet voorstellen (en ik hoop het ook niet) dat consumenten bijvoorbeeld via social media nog vaker en regelmatiger betrokken worden bij het productieproces. Het mag wat mij betreft nu al een tandje lager. Door alle invloeden om ons heen is het soms moeilijk om te onthouden wie je ook al weer bent afgezien van wat je volgens internet moet zijn. Gelukkig! Dat probleem heb ik niet, want zoals ik al heb laten doorschemeren, ik ben geen grote fan van de toenemende invloed van social media.